Uw zorg

Gespecialiseerde traumazorg rond patiënt

In 2020 behandelde het UZA 406 traumapatiënten, van wie 233 met een ‘majeur trauma’, een lichte daling tegenover 2019. Dat er minder trauma’s waren, was een wereldwijd fenomeen dat alles te maken had met COVID-19 en de aangepaste levensstijl die minder weekend-, arbeids- en sportongevallen met zich meebracht. Ook bleven mensen weg van een ziekenhuis, zelf als ze dringende medische hulp nodig hadden.

Toename in ernst van de letsels

Ondanks de daling in het aantal traumapatiënten met een majeur trauma, zagen we wel een toename in de ernst van de letsels. Het aantal patiënten met een globale ernstgraad (volgens de Injury Severity Score of ISS) hoger dan 15, was met 72% het hoogst sinds de opstart van de Major Trauma Service.

Meer trauma bij kinderen

Ondanks de algemene daling, zagen we wel een duidelijke stijging in het aantal (ernstige) trauma’s bij kinderen, met een piek in de eerste lockdownperiode (maart-juni). Er waren bijna dubbel zoveel valincidenten in en rond het huis dan in 2019, met vooral neurologische en thoracale letsels. Vanuit haar maatschappelijke rol nam het UZA enkele preventieve acties om ouders te sensibiliseren via Mama baas, Maguza en de Gezinsbond.

Inclusieve traumazorg in een traumanetwerk

80% van onze traumapatiënten werd na verwijzing binnen de Major Trauma Service van het UZA behandeld. Het grote merendeel daarvan (85,5%) kreeg in het UZA eerste gespecialiseerde zorg, de andere patiënten werden pas na opvang en acute behandeling naar het UZA overgebracht.

De meeste externe verwijzingen kwamen vanuit het eigen ziekenhuisnetwerk Helix (27.5%). De tweede grootste verwijzer is het netwerk Briant (11%). De andere patiënten werden grotendeels verwezen door andere centra in de regio Antwerpen, het Ziekenhuisnetwerk Kempen en daarbuiten.

Antwerp Trauma Network

Het UZA blijft zich samen met haar partners inzetten om de traumazorg in een supraregionaal traumanetwerk te organiseren. In 2020 werd AZ Sint-Jozef als eerste centrum officieel in het Antwerp Trauma Network opgenomen, nadat ze in februari 2020 de erkenning als Lokaal Trauma Centrum van de Deutsche Gesellschaft für Unfallchirurgie (DGU) binnenhaalden. We hebben een uitgebreide samenwerking op vlak van klinische zorg, kwaliteitsbeleid, traumaregistratie en opleiding.

Er werd in 2020 ook verder gewerkt aan het uitbouwen van het ATN voor de brede regio en dit op verschillende zorgniveau’s (lokaal en regionaal). Intensieve samenwerking op vlak van trauma zorg met andere verwijzende centra is volop in ontwikkeling.

Traumatraining coronaproof georganiseerd

Gespecialiseerde traumazorg vraagt om een doorgedreven opleiding. De interne traumatrainingen gingen in 2020 coronaproof door – in kleine lesgroepen, met het juiste beschermingsmateriaal en op voldoende afstand.

Mentaal herstellen na trauma

Traumapatiënten krijgen in het UZA niet alleen gespecialiseerde zorg om fysiek van hun zware letsels te herstellen, maar ook om mentaal gezond te blijven. De literatuur toont aan dat vroege detectie en ondersteuning van mogelijke psychische klachten een belangrijke rol spelen in de preventie van psychische aandoeningen. Sinds september 2020 kunnen patiënten binnen de Major Trauma Service terecht bij twee gespecialiseerde traumapsychologen. Zodra ze van de dienst spoed of intensieve zorg naar een andere afdeling verhuizen, gaat traumapsychologe Ellen Decatte of Eva De Backer van het UZA bij hen langs.

Lees hier de getuigenis van ex-traumapatiënte Lea en ontdek meer over de psychologenwerking binnen de Major Trauma Service.

Gespecialiseerde trauma-unit B4

Internationale literatuur en accreditatieinstellingen raden centralisatie van patiënten met eenzelfde pathologie sterk aan. Zo zorgt centralisatie voor een verhoging van de continuïteit van zorg en van de multidisciplinaire samenwerking. Ook voor de patiënten biedt centralisatie voordelen, zoals een korter verblijf en beter herstel. Vanuit deze standpunten, werd B4, na inspanningen op verschillende niveaus, goedgekeurd als trauma-unit. In 2021 zullen hiervoor verdere stappen ondernomen worden.

Multidisciplinaire traumatoer en nieuwsbief

Om de multidisciplinaire samenwerking rond trauma verder te optimaliseren, kreeg het idee van een multidisciplinaire traumatoer in het najaar 2020 concreet vorm. Alle betrokken artsen en ASO’s van orthopedie, neurochirurgie en thorax- en vaatheelkunde gaan drie keer per week langs bij alle patiënten. Ook de revalidatiearts en hoofdverpleegkundigen nemen deel aan deze multidisciplinaire traumatoer.

Om de informatiedeling tussen de betrokkenen te faciliteren, werd in november 2020 de eerst nieuwsbrief voor het zorgprogramma majeur trauma verstuurd. De cijfers van de afgelopen maand (opnamecijfers, letselernst, outcomecijfers), indicatoren, stand van zaken van verbeterprojecten, kwaliteitsinitiatieven, opleidingen …) worden hier maandelijks in opgenomen.

Geautomatiseerde traumadatabase

In 2020 werd de geautomatiseerde trauma database gelanceerd. De persoonlijke en medische data van traumapatiënten wordt hierbij automatisch opgehaald uit de verschillende UZA-applicaties, met slechts een minimum aan manuele aanvullingen. Dit zorgde voor een reductie in workload en manuele registratiefouten. In het nieuwe EPD (elektronisch patiëntendossier) zal een powerplan ‘Trauma’ de continuïteit van zorg bewaken en er zal ook een link naar de traumadatabase voorzien zijn.

Voortdurend verbeteren

Het traumacentrum van het UZA werkt dagelijks aan het onderhouden van en verder uitbouwen van de aanwezige Lean cultuur. Dankzij de dialoog tussen het kernteam en het traumateam, de toegankelijkheid, het openstaan voor ideeën en input en de aanwezige ziekenhuisbrede/zorgprogrammaspecifieke Lean opleiding en coaching, wordt elke lid van het traumateam gestimuleerd om kritisch, door de ogen van de patiënt en/of zijn familie, naar de processen te kijken en verbeterinitiatieven op te zetten.

De richtlijnen en klinische protocols worden doorlopend geëvalueerd en geoptimaliseerd op basis van nieuwe inzichten en internationale literatuur. Zo werd onlangs het antibioticabeleid bij open fracturen onder andere geoptimaliseerd door orthopedie, microbiologie en infectiologie. Ook tijdens corona waren enkele aanpassingen nodig in het traumaprotocol om hoogwaardige en kwaliteitsvolle traumazorg te kunnen blijven garanderen.

Lees hier het uitgebreide jaarverslag 2020 van het traumacentrum.