Strategie

Zorgpartners tegen corona

De ingrijpende coronacrisis creëerde het voorbije jaar ook kansen. Ze wakkert de samenhorigheid en co-creatie in de zorg aan. Huisartsen, thuiszorg, ziekenhuizen en woonzorgcentra ondersteunen elkaar sterker dan ooit.

In het najaar 2019 – het lijkt inmiddels een eeuwigheid geleden – vierden we samen met jullie ons 40-jarig bestaan. Door onze ontstaansgeschiedenis te herbeleven in al zijn facetten, keken we met onze vele partners, collega’s en gemeenschap van patiënten, naasten en vele andere sympathisanten met nog meer enthousiasme uit naar hoe ons verhaal verder zou gaan. Dat het verrijkt zou worden met lagen van samenwerking, zowel in de breedte als de diepte, was een zekerheid. Maar de plotwending die ons leidmotief zou versnellen, was pijnlijk onverwacht.

Onze ambities gegoten in concrete plannen voor het continu werken aan een gezonde samenleving, met onze wetenschappelijke nieuwsgierigheid en mensgerichtheid als kompas, leken bij de start van 2020 op een zijspoor te belanden. De coronacrisis sloeg en slaagt nog steeds diepe wonden. Een micro-organisme nam in zekere zin controle over de koers.

Er is veel geschreven over de transformatie die ziekenhuizen en vele andere (zorg)organisaties op een korte tijd hebben doorgemaakt. Terugblikkend blijft het indrukwekkend, bijna onvoorstelbaar, met welke daadkracht en verbeelding er in het UZA al erg vroeg in de crisis, een doordachte strategie werd ontplooid. Onze missie in het UZA bestaat al jaar en dag uit de K2, wat staat voor een opwaartse weg naar alsmaar meer kwaliteit en kennis. Gaan waar nog niemand is geweest. Daar beginnen we telkens vol voorbereiding en verbonden als één keten aan.
Nu doemde een schrikwekkende berg op en we bevonden ons al op slag op een gletsjer. De eerste golf was een feit. Zonder twijfel begonnen we aan de klim. En we namen zoveel mogelijk teams binnen en buiten onze muren mee.

Onze experten van infectieziekten en microbiologie deden hun best om voor alle collega’s de snel wijzigende wetenschappelijke inzichten te vertalen in bruikbare analyses. Een web van antwoorden ontspon zich. Kennis uit alle geledingen van de organisatie werd samengebracht en omgezet in concretiseerbare ideeën. Naast onze spoedgevallen werd nog voor de start een aparte stroom voorzien voor wie getest moest worden. Door een triageproces, slimme flows en het COTRA-team konden we contacten in het ziekenhuis beperken en controleren, en patiënten veilig opvangen. Onze kritische diensten hervouwden zich in units die op- en afgeschaald konden worden. En bij elke nieuwe wending namen ze de meest optimale vorm aan. Intussen bedachten spoedartsen en onze experten in telemonitoring een systeem om patiënten die (nog) niet opgenomen moesten worden toch veilig thuis te kunnen opvolgen tijdens hun genezingsproces. Een virtueel ziekenhuis bij COVID-patiënten thuis werd uitgerold. Het initiatief dat Telecovid werd gedoopt, zou later door het RIZIV als eerste vorm van telemonitoring structureel worden terugbetaald. Een enorme stap richting geïntegreerde, slimme zorgketens die hun capaciteit over de lijnen heen zo goed mogelijk kunnen inzetten om de vraag in de samenleving te ondervangen.

Dankzij haar historische expertise in infectieziekten en vooruitziende ziekenhuisapotheek beschikte het UZA over een strategische stock van beschermingsmaterialen. Slim beheer en kennis aanwezig in het team noodplanning, infectieziekten en ziekenhuishygiëne over het correct gebruik, werd samen met het team kwaliteit en lean en andere ondersteunende diensten aan sneltempo onder de vele afdelingen verspreid. Zorgverleners vormden een keten van trainers. Terwijl werd de gezondheidszorg wereldwijd geconfronteerd met stockbreuken. Ingenieurs van de technische dienst en onze noodplancoördinator zetten aan met innovatieve processen om strategische materialen zoals schorten te desinfecteren zodat ze hergebruikt konden worden. Onderszoeksgroepen van de UAntwerpen zetten hun kennis in om hoogwaardige materialen lokaal te produceren. Onze community liet ons ook niet in de steek. En naast applaus, lekkernijen en rozen, haalden ze de naaimachines boven om duizenden mondmaskers te maken.

Parallel werd er alles op alles gezet om de strijd gerichter te voeren. Het PCR-team van het labo klinische biologie innoveerde onaflatend om de intussen groeiende vraag om te testen te ondervangen. Ze slaagden er in om een hoogkwalitatief resultaat binnen de 24uur aan te leveren. Een service die ze bleven bieden, ook op de pieken van de pandemie. Dit was ook nodig om andere noodzakelijke zorg veilig te kunnen blijven geven. Uitgestelde zorg bezorgde ons allen een knoop in de maag. We hadden niet altijd te kiezen, maar we focusten ons op waar we wel controle over hadden: de zorg die kon doorlopen zo veilig mogelijk organiseren. Patiënten werden dankzij een partner in thuiszorg, thuis gescreend voor hun ingrepen, risicovolle onderzoeken en opnames. Eerstelijnszone HAAZ vond ons om samen laagdrempelig de bevolking te screenen via de drive-in. De overheid steunde de uitbouw van een effectieve teststrategie en het federale testplatform zag het licht. De groeiende testcapaciteit liet ons toe om nog meer te gaan naar waar we nodig waren: de mobiele testteams werden geboren. Met lijnbussen, thuisverpleegkundigen en studenten gingen we als coBUSters scholen en andere instellingen helpen om uitbraken te voorkomen of in te dijken. Ook dit initiatief werd door de overheid erkend, en naast Antwerpen kregen we de kans om ook in de provincie Limburg te gaan helpen. En we kregen een vaste plek in het hart van Antwerpen: het testcentrum van Antwerpen-Centraal.

Op de COVID-afdelingen verwelkomden de gespecialiseerde verpleegkundigen en hun medische collega’s al in het voorjaar naast collega’s uit het ganse ziekenhuis, bijkomende specialisten van het ITG, het Instituut voor Tropische Geneeskunde. Dit gaf ook onze experte prof. dr. Erika Vlieghe de ruimte om haar rol buiten de muren van het ziekenhuis op te nemen. Overheden van alle niveaus zochten kennis om beleidskeuzes te maken. Meerdere UZA-experten engageerden zich tijdens de crisis om hun groeiende wetenschappelijke inzichten ten dienste te stellen van de maatschappij. Daarnaast trokken kleine teams richting woonzorgcentra en andere voorzieningen om hen bij te staan in het screenen van personeel en bewoners en samen te werken aan een effectieve maar menselijke aanpak voor hun specifieke situatie. En om tegemoet te komen aan de grote nood aan middelen, hielp het Rode Kruis bij het verdelen van de door ons gedesinfecteerde materialen over de ganse provincie.

We zullen nooit genoeg kunnen stilstaan bij de verwoesting die vorig jaar in gang werd gezet. We hebben dat zeker geprobeerd. Maar geen eerbetoon zal groot genoeg zijn voor alle getroffen families. Geen erehaag lang genoeg voor alle hulpverleners en helpende handen. Het enige wat wij als UZA kunnen doen, is blijven doen waar we sterk in zijn, daarin groeien, en dat elke dag opnieuw ten dienste stellen van onze patiënten en onze samenleving. We zijn daar waar de mensen ons nodig hebben.
Wij u ook.